Stereoscopen

We bekijken de wereld om ons heen vanuit twee verschillende gezichtspunten; namelijk met ieder oog afzonderlijk. De beelden die onze ogen zien, wijken een klein beetje van elkaar af door het scherpstellen vanuit twee verschillende hoeken. Onze hersenen voegen beide beelden samen tot één beeld en daardoor kunnen we diepte waarnemen. Dit is hetzelfde principe als de stereoscopie.

De term stereoscopie staat voor het waarnemen van een afbeelding met diepte door met beide ogen gescheiden van elkaar twee vrijwel gelijke afbeeldingen te bekijken, waardoor er een driedimensionale indruk ontstaat, die fysiek niet aanwezig is op de afbeeldingen. Het maken van de twee afbeeldingen noemen we stereofotografie. De naam stereoscopie werd geïntroduceerd door Charles Wheatstone en komt uit het Grieks; stereos betekent ruimte/ruimtelijk en skopeo betekent uitzicht.

De Britse natuurkundige Charles Wheatstone (1802 – 1875) was in 1838 de eerste die het ruimtelijk zien goed beschreef. Op basis van zijn beschrijving ontwierp hij de stereoscoop, waarmee voor de eerste keer een driedimensionale illusie kon worden gecreëerd van twee platte afbeeldingen. Wheatstone was een vooraanstaande wetenschapper en uitvinder van meerdere belangrijke ontwikkelingen, zoals de stereoscoop en de naaldtelegraaf. Wheatstone ontving voor zijn werk verschillende onderscheidingen in meerdere landen, waaronder Ridder in het Franse Legioen van Eer in 1855 en in 1868 werd hij door koningin Victoria in de adelstand verheven.