Historisch besef

“Fotografie is een middel om herinneringen uit het verleden te koppelen aan het heden”

                                                                                                                    Oliver Holmes (1809 – 1894)

Fotografica zijn volgens Wikipedia ‘over het algemeen oudere, niet meer in gebruik zijnde verzamelobjecten in de breedste zin van het woord met betrekking tot de fotografie’. Hieronder vallen onder meer camera’s, foto’s, boeken en toebehoren. Nu is het ontstaan van de fotografie al in vele boeken uitvoerig gedocumenteerd. Dat is voor mij de reden om het wat algemener te beschouwen.

Onze verre voorouders in Europa hebben al zo’n 30.000 jaar vóór Christus op de wanden van de grotten van Lascaux, Chauvet en Altamira schilderingen gemaakt over hun dagelijkse leven. Ze hebben onze huidige kijk op de pré-historische mens bepaald door hun leven op de wanden van grotten af te beelden. Je zou deze grotschilderingen dus eigenlijk kunnen beschouwen als een voorloper van het fotograferen. Het vastleggen en bewaren van beelden is namelijk ook het effect van fotografie. Oliver Holmes, de uitvinder van de dioptrische stereoscoop beschreef fotografie ‘als het middel om herinneringen uit het verleden te koppelen aan het heden’. Eén beeld zegt vaak meer dan duizend woorden en bepaalde beelden blijven ons bij, denk maar aan de beelden van ‘nine-eleven’. Foto’s bieden ons de kans om ‘vergeten’ herinneringen op te roepen. Blader bijvoorbeeld maar eens door een fotoboek uit je jeugd dan zul je bij veel foto’s merken hoeveel gebeurtenissen of ervaringen er meteen weer naar boven komen.

Veel uitvinders hebben zich bezig gehouden met het weergeven van een lichtbeeld als blijvende afdruk. Voor fotografie gelden namelijk twee basisvoorwaarden; de vorming van een lichtbeeld door een lens en materiaal dat door de inwerking van licht een blijvende verandering van kleur ondergaat.

Fotografie werd mogelijk door de uitvinding dat chemische zilververbindingen donkerder worden onder invloed van licht. Louis-Jacques Mandé Daguerre (1787-1851) ontwikkelde daarmee een bruikbaar procedé om afbeeldingen te visualiseren, maar door de lange belichtingstijd was dat ongeschikt voor het maken van portretten. William Henry Fox Talbot (1800-1877) lukte het om van negatieven weer positieven te maken, die hij kon afdrukken op speciaal geprepareerd papier. In 1840 maakte hij zo het eerste fotografische portret van zijn vrouw. In 1851 konden afdrukken gemaakt worden op glasplaten, maar dat werd weer overbodig na de uitvinding van de droge gelatineplaat. George Eastman (1854-1932) was de eerste die dit principe toepaste in zijn camera’s en vanaf 1888 produceerde hij rolfilms voor zijn Kodakcamera’s. Het transparante celluloid dat Kodak gebruikte werd ook de basis voor de eerste cinefilms. In 1936 heeft Agfa de primeur van kleurenrolfilms voor amateurs en professionals.

Door al deze ontwikkelingen werd fotografie voor een steeds breder publiek toegankelijk. Samen met de productie van de relatief eenvoudige en goedkope boxcamera zorgde dit voor een enorme toename van het fotograferen in de huiselijke sfeer. Fotografie dient daarnaast ook heel expliciet educatieve en informatieve doeleinden; we kunnen ons geen krant, tijdschrift, leerboek of folder voorstellen zonder foto’s. Ook de kunst heeft fotografie omarmd. De Rotterdamse kunstenaar George Hendrik Breitner (1857-1923) was één van de eersten die experimenteerde met fotografie. Met zijn foto’s legde hij de rauwe werkelijkheid vast van het Amsterdamse straatleven in een tijd waarin voor het schilderen op straat een speciale vergunning van de burgemeester nodig was. Breitner schilderde geen foto’s na, maar gebruikte ze als geheugensteun en documentatie voor zijn composities. Daarna is het maken van fotografische composities ook als kunstvorm verheven. Nederland telt een aantal internationaal bekende fotografen, die regelmatig een deel van hun werk exposeren in speciale galerieën en fotomusea. Kijken naar foto’s, maar ook kijken naar de techniek van beeld en compositie is vermaak geworden. Het populaire televisieprogramma ‘Het perfecte plaatje’ is hier een mooi voorbeeld van. We leven nu zelfs in een ‘selfie’-cultuur; het lijkt er vaak op dat het niet meer gaat om wat je ziet, maar om anderen te laten zien dat je het gezien hebt. De mobiele telefoon speelt hierbij natuurlijk een cruciale rol en heeft fotograferen voor bijna iedereen mogelijk gemaakt. 

Fotografica

zijn volgens Wikipedia ‘over het algemeen oudere, niet meer in gebruik zijnde verzamelobjecten in de breedste zin van het woord met betrekking tot de fotografie’. Hieronder vallen onder meer camera’s, foto’s, boeken en toebehoren.

Voor alle teksten op deze website geldt dat ik ze zorgvuldig heb samengesteld uit beschikbare (digitale) bronnen

Voor alle teksten op deze website geldt dat ik ze zorgvuldig heb samengesteld uit beschikbare (digitale) bronnen