Nedinsco Primo I, zwarte body – 1958-1962
Nedinsco, dat is de afkorting van de Nederlandse Instrumenten Compagnie B.V. werd in 1921 als dochteronderneming opgericht door de Duitse firma Carl Zeiss uit Jena en vestigde zich in een voormalige chocoladefabriek in Venlo. De reden dat deze Duitse firma zich in Nederland vestigde is gebaseerd op het zogenaamde ‘Verdrag van Versailles’ uit 1919. In dat verdrag werd vastgelegd dat Duitsland als aanstichter en verliezer van de Eerste Wereldoorlog geen militair materieel meer mocht ontwikkelen. Omdat Nederland tussen 1914 en 1940 vasthield aan haar strikte neutraliteitspolitiek kon de firma Zeis de bepaling uit het Verdrag omzeilen door zich in Nederland te vestigen. Daar produceerden ze bijvoorbeeld periscopen en andere optische instrumenten. Optische fotoapparatuur was vaak een soort ‘bijvangst’ voor bedrijven uit de oorlogsindustrie. Het is dus ook niet toevallig dat Duitsland en Japan als verliezers van de Tweede Wereldoorlog zo snel na de oorlog marktleider werden op het gebied van de optische industrie.
De Nederlandse Staat confisqueerde Nedinsco na WO II en verkocht het bedrijf na een periode van tijdelijk beheer door aan de fabrikant G. Beusker uit Arnhem, die de in 1944 door een vliegtuigbom verwoeste fabriek weer opbouwde.
Vanaf 1953 opereert Nedinsco als een volledig zelfstandige Nederlandse onderneming en richt zich in de jaren daarna op de ontwikkeling en fabricage van fijn optische, mechanische en elektronische apparatuur. Het bedrijf bestaat nog steeds en is volgens hun eigen website ‘gespecialiseerd in de productie van Optica, zoals camerasystemen voor dag- en nachtzicht toepassingen, 360-graden camera’s, sensorplatformen, periscopen en andere optische instrumenten’.
Bij de grijze Primo staat informatie over de camera zelf.